MaltStock 2017
Van vrijdag 8 tot zondag 10 september 2017 bezochten twee WWC’ers voor het eerst MaltStock. MaltStock, die ondertussen aan zijn negende editie toe is, is volgens de organisatoren “the most relaxed whiskyweekend”. Wij houden het op een vergelijking met Tomorrowland: MaltStock is geen festival maar een beleving. Relaxed is het zeker! De all-in formule biedt een zorgeloos gevoel en de hartelijkheid druipt er doorheen het weekend van af. Wat een team.
(Overigens, de mails die we ontvingen in aanloop naar het evenement vonden we een leuk gebaar!)
Bij deze een summier overzicht van ons weekend…
Het is even rijden naar Overasselt dus we vertrekken iets na de middag. Met de nodige file (toegeven, we zijn ook even verkeerd gereden) komen we minder relaxed toe dan gehoopt. Rijden bijgevolg iets te vlot de parking op. We laten onze bagage voor wat ze is en checken eerst in. We hebben immers binnen 10 minuten een tasting van Loch Lomond in de Breakfast Room. Een leukere verwelkoming kunnen we ons niet voorstellen. Glen Scotia, zo blijkt. Een onder-de-radar-malt, althans voor ons. Na een korte introductie van Glen Scotia komt de focus vlug te liggen op wat er in de glazen wacht. Zo hebben we het graag! Op de menu staan vier whisky’s: Double Cask, 15 jaar, Victoriana en een single cask. De voorkeur van velen ligt bij de Victoriana (ook de host was er lyrisch over), maar wij vonden allebei de single cask (fruitella met aardbeien!) veruit de beste dram. We krijgen weinig uitleg over de laatste, maar who cares. We nippen lekker verder.
Voor we het beseffen staan we beneden in de BYOB-area: een binnenplein met drie tafels waar iedere MaltStocker zijn fles neerploft en tagd. Wij brengen een SV Mortlach uit 1997 (17y) en een Cooper’s Choice Glenrothes uit 2000 (10y) mee. De bagage laten we nog even ongemoeid in de wagen, want het is tijd voor pizza! Sorry MaltStock, wij dachten aan niveau Dr. Oetker. We krijgen echter ovenverse; we zien het deeg a la minute gemaakt worden. Bedenk: iets minder dan 200 man in een goede 90 minuten vlotjes van eten voorzien aan 1,5 pizza/pp… Sterk staaltje organisatie! Hoedje af. Tijdens het aanschuiven drinken we al helemaal relaxed een Springbank 25y en leren we onmiddellijk andere MaltStockers kennen die ons spontaan aanspreken.
Om de pizza te verteren zakken we terug af naar de BYOB-area. Na veel keuzestress (Pain is so close to pleasure indeed) belanden we bij de whisky-quiz. We zijn te laat om in te schrijven, maar volgen mee langs de zijlijn. De zaal zit bomvol. Veel sfeer en de presentator (Dufftown Whisky Shop) schenkt zichzelf halverwege de derde ronde (“Heeft er hier iemand een fles whisky?”) een gigantische dram in. Hans Offringa koppelt net voor de pauze de tussenstand terug. En die kopgroep maar juichen en brullen, de laatste groep horen we veel minder. Leuke anekdote: er is ooit iemand in de bovengenoemde shop gewandeld met het idee dat turf aan bomen groeit.
We weten niet precies wanneer (we zijn ondertussen te relaxed om de klok in de gaten te houden), maar de bedden worden voorzien van lakens en kussens. We maken ook uitgebreider kennis met onze kamergenoten. Eén in het bijzonder, Steven, begroette ons reeds bij de ingang toen we arriveerden. Later zei Mark Watt (Cadenhead) het volgende over hem: “This guy is a Legend.” Nuff said! Erg leuke groep. Dat gesnurk nemen we er graag bij. We praten even met Jürgen Vromans. En dan is het plots donker en zitten we met een paar andere legendes, Yumi en Tatsuya (voormalig brand ambassador van Suntory), te praten en worden er gloeiend hete bitterballen verorberd. De BYOB-area kent ondertussen al wat slachtoffers (erg boeiende omgeving trouwens: die flessen wisselen constant van plaats en er komen constant nieuwe bij). Rond middernacht wordt de kapel omgedoopt tot The Pint Midnight Café (what can possibly go wrong?). Rond 3u -het is een gok- zitten we in de roetsjbaan, euhm ons bed. We kijken uit op de overdekte binnenplaats, waar de flessen whisky in alle rust overnachten. Heel even staan we nog stil bij de hoeveelheid vertrouwen dat de organisatie in zijn bezoekers stelt en vallen relaxed in slaap.
Nachten op MaltStock zijn kort. Om 9u zitten de meesten van onze kamergenoten vers gewassen aan tafel met een ontbijt op smaakt gebracht door de Hielander, een Schots restaurant en whiskybar uit Alkmaar. Spek en ei, worstjes, black pudding, haggis… Het is er allemaal. Ook hier loopt alles vlot en valt het op hoe talrijk de organisatie is. Zelfs uw boterham hoef je niet te roosteren. MaltStock helpt u graag verder. Het calorierijk ontbijt wordt verbrand met een “detox-wandeling”. We drinken drie drams onderweg. Vooral de laatste is het noemen waard: een Glen Garioch (26y) van Berry’s. De omgeving rondom MaltStock is mooi, rustgevend en een prima remedie tegen een kleine kater (of zijn die ochtenddrams daar verantwoordelijk voor?).
Lunchen doen we minder uitgebreid (een soepje en wat broodjes). Veel water natuurlijk, dat ook. Kort na de middag hebben we een tasting van de Creative Whisky Company. De verwachtingen zijn hoog. David Stirk blijkt een briljante host. Veel verhalen, leuke weetjes en een no-nonsense attitude. Hij schreef trouwens een nieuw boek: The Distilleries of Campbeltown: The Rise and Fall of the Whisky Capital of the World. We krijgen vijf drams. De eerste zet meteen de toon: een Highland Park van 15y. Daarna drinken we een lekkere grain (Invergordon 24y), gevolgd door een Linkwood (11Y), een me-mo-ra-bele Bowmore (15y) en een Coal Ila (11Y, ook subliem overigens). In vergelijking met de Glen Scotia tasting is dit -met alle respect- vier niveau’s hoger.
Terug op het binnenplein praten we nog wat door over de tasting. Een dik kwartier later staan de flessen in de BYOB-area. We drinken ze quasi allemaal nog een keer. Die Bowmore is echt schitterend! De zon is er terug. Tijd voor wat foto’s en om ons smakenpalet te neutraliseren met Guinness. Anderhalf uur later schuiven we aan tafel bij Adelphi. Hier verwachten we stiekem nog meer van. Onze gastvrouw is Lucy Coomber, een jonge blonde dame. De Breakfast Room zit tjokvol. Lucy wordt, zoals elke host, begroet op een traditionele MaltStock-manier: Hiiiiiii Lucyyyy!!!! Ze lijkt wat schuchter, maar steekt vlug van wal. Lucy is letterlijk Adelphi-familie en onder andere verantwoordelijk voor de communicatie, horen we. Onze eerste dram is een Glenborrodale Batch 4, een 7 oude blended malt bestaand uit Highland Park, Bunnahabhain, Tamdhu en Glenrothes. We proeven gelijk kwaliteit. Dit smaakt naar meer! In een mum van tijd stelt Lucy de tweede dram voor (“Zitten we al bij de tweede?”, hoor ik aan tafel): Breath of Speyside. Ze doet wat geheimzinnig over de distilleerderij, maar wij krijgen snel Glenfarclas in het vizier. Ik merk geroezemoes in de groep. De deelnemers worden wat onstuimig, gaan luider praten. Het wordt vanaf hier wat chaotisch. Lucy houdt er een strak tempo op na. De derde wordt reeds voorgesteld (of liever: afgelezen). Hier slaat Lucy -het spijt ons- de bal mis. Ze stelt een Bunnahabhain voor. 11y en “zeer klassiek Bunnahabhain”. We ruiken mee en kijken elkaar vreemd aan. Dit is geen Bunnahabhain. Een mede-WWC’er prevelt Clynelish. We geloven echt niet dat dit Bunnahabhain is en vragen de fles. Dit is de minst klassieke Bunnahabhain die we ooit dronken! Ondertussen groeit de ongedurigheid. Dit wordt een magere voorstelling. Het is duidelijk dat onze verwachtingen niet ingelost zullen worden. Sterker nog: de slechtste tasting in een hele lange tijd. Vooral door de host. De voorlaatste dram is een 20jaar oude Laphroaigh. Hij staat er, maar Lucy zakt verder weg. Het omgevingslawaai wordt ronduit storend (in contrast: muisstil was het bij David Stirk, in de goede zin. Men hing aan die man zijn lippen) en Lucy begint de tafels af te schuimen, zonder oog voor het groter geheel. We praten nog even met haar wanneer ze aan onze tafel komt (in het bijzonder omtrent de Bunnahabhain), maar ze maakt zich vlug uit de voeten. Adelphi brengt nog een laatste dram. Een MaltStock primeur. Een nog te bottelen fles. We onthouden er niet veel van, eerlijk gezegd. We gieten de laatste dram over in het MaltStock glas en druipen af. Lucy hebben we, in tegenstelling tot de vrijdag, daarna niet meer gespot.
Onze ontgoocheling verdwijnt als we de geur van de BBQ ruiken. Een maaltijd om u tegen te zeggen! Na nog te genieten van een paar drams aan de BYOB-area stappen we richting het kampvuur. Na een Glenfiddich Solera en een klein marketingpraatje (hier zaten we niet op te wachten, maar willen niet onbeleefd of ondankbaar klinken) komt Cadenhead aan de bak. Mark Watt en “zijn” Sweeney blijken ronduit raskomieken. We drinken topspul (Linkwood, Littlemill, Cameronbridge, Lagavulin, Caroni) en er wordt quasi geen woord over gerept. Mark schudt de ene na de andere whiskygrap uit zijn mouw. Twee Schotten (Glengoyne en Hielander) zorgen voor wat tegenwind, maar het maakt het geheel grappiger. Onze buiken doen pijn. Dit is ons meest legendarische whisky-moment ooit. Een schoolvoorbeeld van no-nonsense whiskyfun! Na de afsluiter van Cadenhead gaan we voor een middernachtsnack, babbelen nog met een handvol onbekende MaltStockers en drinken de ondertussen in de kapel gestrande Cadenhead-tasting flessen andermaal. Man, man, man, … Vervolgens kruipen we in bed.
De volgende ochtend gaat alles wat trager dan normaal. Na het ontbijt maken we ons (helemaal relaxed natuurlijk) klaar, nemen afscheid en rijden terug richting West-Vlaanderen.
Hieronder wat willekeurige foto’s van het weekend. We kijken oprecht uit naar volgend jaar! Warm aanbevolen.
Cheers,
WWC
PS: voor de mensen die Nederland te dicht bij huis vinden. Er is ook een Schots broertje: Dramboree.
PS 2: mocht u het niet weten. Elke deelnemer aan MaltStock neemt deel aan drie masterclasses waar hij vooraf op inschrijft. De organisatie houdt zoveel mogelijk rekening met persoonlijke wensen (we hadden beide onze eerste keus!), maar je hebt dus niet per definitie je top 3. Aan de Chichibu-tasting hadden we nog graag deelgenomen, aan de Gordon & Macphail-tasting ook bijvoorbeeld.
4 gedachten over “MaltStock 2017”
Alsof ik het zelf mocht beleven. Eerlijke review en uitnodigend voor volgende edities.
Wat een leuk artikel hebben jullie geschreven. Ik was er zelf ook en zat net als jullie bij David Stirk en bij Adelphi en ja Lucy verloor een ieders aandacht.
Top!!
Pas op,ge kunt er verslaafd aan geraken…
Spreek uit ervaring!
Ik denk dat het al te laat is :p.